Tip:
Gebruik de tijd goed. Ga tijdens de 1e les direct aan de slag met je team om de taken te verdelen. Jullie moeten ervoor zorgen dat alles af en in orde is voordat de 2e les begint, zodat je de poster kunt maken. Denk daarbij vooral aan het kopiëren en printen, want dat kan echt niet meer tijdens de 2e les!!! Om dit allemaal goed voor elkaar te krijgen, moeten jullie heel goed plannen!!
Een
poster maken
Reclameaffiches of billboards langs de kant van de weg. Ze zijn vaak zo gemaakt, dat je aandacht erdoor wordt getrokken. Ze zijn er niet alleen om mooi te zijn, ze moeten een boodschap overbrengen. Dat geldt ook voor de affiches die gericht zijn op het overbrengen van informatie of een mening.
Met zo’n (reclame)affiche in je achterhoofd kun je op
weg naar je eigen posterpresentatie. Via een poster moet je verslag doen van
jullie eigen onderzoek. Onderweg naar je poster helpen de onderstaande tips en
suggesties.
A
Vragenlijst bij de voorbereiding
Wat is het doel?
Wat is je opdracht?
Wat is het doel van de poster, wat wil je het publiek vertellen?
Ken je situatie
Wie bekijkt de poster ofwel: wie is je doelgroep?
Wat weten de toeschouwers al?
Wat voor informatie heb ik nodig?
Hoe groot mag de poster zijn?
Mag je tekst gebruiken of gaat het om een beeldverhaal?
Kun je kleur gebruiken of juist niet? Welke
beoordelingscriteria gebruikt je docent?
Ken je onderwerp
Wat weet je al van het onderwerp?Hoe kom je aan (extra) informatie?
B
Aandachtspunten bij de voorbereiding
Maak een lijstje met wat je erin gaat zetten. Pas op: niet teveel!
Zorg dat je ontwerp en vormgeving bij je onderwerp passen.
Pas je idee aan bij je doelgroep(klas 1 en 2!). Het verschilt of je een poster maakt voor bijv. basisschoolleerlingen of voor ouders.
Zorg voor een aandachtstrekker in je poster.
Let op de ordening, selecteer op hoofd en bijzaken.
C
De poster zelf
Inhoud
Kijk naar hoofdzaak en bijzaak.
Let op dat er verband tussen de onderdelen is, zorg dat het geheel geen los zand wordt.
Groepeer zaken.
Vormgeving, ontwerp
Kijk naar voorgrond en achtergrond, de achtergrond dient de voorgrond te ondersteunen, niet te overheersen.
Ondersteun met kleuren, sfeer, idee en/of vorm. Let op de bladvulling. Let op groot en klein.
Bij teksten: werk zoals in de krant met kolommen.
Gebruik niet te veel tekst. Maak de kop niet te groot(max. 10 woorden).
D Controle
Kijk als je poster klaar is nog een keer of je de vragen uit de vragenlijst en de tips en suggesties voldoende aandacht hebt gegeven.